Voetbaltrainers, een wegwerpproduct
- Mathias DHondt
- Dec 10, 2017
- 3 min read

“Ik kan geen 29 spelers ontslaan.” Zo klonk het enkele weken geleden bij KV Mechelen-voorzitter Johan Timmermans. En dus was het trainer Yannick Ferrera die zijn koffers moest pakken. Enkele dagen daarvoor had het Mechelse bestuur nochtans het volledige vertrouwen uitgesproken in de 37-jarige coach. Na de 4-1-pandoering op bezoek bij Eupen bleef er echter nog bitter weinig van dat vertrouwen over. Zelfs de sympathieke Kakkers zagen zich genoodzaakt om een beslissing te nemen tegen zijn principes in. Deze trend zet zich alsmaar sterker door. Haalt een voetbalclub op korte termijn niet de vooropgestelde resultaten? Dan moet de trainer dat maar al te vaak bekopen. Maar clubs, kiezen jullie niet gewoon voor de gemakkelijkste oplossing?
Bartolomé Lopez, Runar Kristinsson, René Weiler, Yves Vanderhaeghe, Hein Vanhaezebrouck, Yannick Ferrera. Jordi Condom, Yannis Anastasiou en nu ook Albert Stuivenberg. Maar liefst negen trainers werden de afgelopen achttien speeldagen in de Belgische hoogste klasse de laan uitgestuurd. Een statistiek waar zelfs in voetballanden als Engeland en Spanje de mond van openvallen. Zij zetten exact de helft minder coaches aan de deur. Niet toevallig ook dat trainers net in die landen op handen worden gedragen, ook als het eens wat minder gaat. Het meest controversiële voorbeeld in het hedendaagse voetbal is zonder twijfel de heer Arsène Wenger.
Deze Fransman is al sinds de vorige eeuw aan de slag bij Arsenal in de Engelse Premier League. 21 jaar om precies te zijn. Dat is een eeuwigheid is in het trainersvak. Wenger won met Arsenal 3 keer de landstitel, 6 keer de Community Shield en 7 keer de FA Cup. Zijn palmares en tactische inzichten maken van hem tot op vandaag een gerespecteerd figuur in het voetbal. Het leverde hem niet voor niets de bijnaam ‘Le Professeur’ op in de Engelse media. Nochtans weerklinkt ook de kritiek aan zijn adres jaar na jaar luider. Het is namelijk al van 2004 geleden dat Wenger Arsenal nog eens aan een kampioenstitel hielp. Toch denkt de traditieclub er niet aan om hun boegbeeld zomaar opzij te schuiven. Het is nog een zeldzaam geval van clubliefde.
In België is het al eventjes zoeken naar een trainer die het langer dan twee seizoenen bij dezelfde club uitzong. Al is Francky Dury de grote uitzondering op die regel. Binnenkort begint de voormalige wijkagent aan zijn zesde jaar bij Zulte Waregem. Die stabiele lijn wordt ook doorgetrokken in de sportieve prestaties van het team. De club aan de Gaverbeek presteert al jaren aan een stuk zeer constant. Af en toe is er zelfs eens een positieve uitschieter op te merken, zoals de tweede plaats in het seizoen 2012-2013. Dit in schril contrast met een ploeg zoals Standard. De club uit Luik staat bekend als een waar trainerskerkhof. De laatste tien jaar passeerden er, hou u vast, dertien verschillende coaches. Exclusief de assistenten die de boel, tussen de vele ontslagen door, voor een tijdje overnamen.
Dat de resultaten van Standard de laatste jaren daardoor zo magertjes zijn, is zo klaar als een klontje. Het is simpelweg het gevolg van een komen en gaan van mensen met een totaal verschillende visie. De altijd goedlachse en losse Nederlander Ron Jans werd in Luik ineens opgevolgd door Mircea Rednic, een Roemeen die erom bekend staat er stevig de pees op te leggen. U ziet waar ik naartoe wil. Stabiliteit en continuïteit zijn van onschatbare waarde voor een club.
‘Roeien met de riemen die je hebt’, komt in elk voetbalinterview weleens ter sprake. Het cliché klopt ook gewoon. Zet een wereldtrainer aan de zijlijn bij een ploegje uit tweede provinciale en het resultaat zal waarschijnlijk ook dik tegenvallen. Het bestuur van een voetbalclub wordt tegenwoordig steeds veeleisender: ‘De volgende drie wedstrijden winnen of je C4 ligt klaar’. Maar een trainer is gewoonweg niet in staat om een spelersgroep een bepaalde filosofie bij te brengen in enkele dagen of weken. Zoiets vergt tijd. De voetbalwereld werkt nu eenmaal niet met deadlines.
Comments